Echtscheiding

De gemeenschap wordt ontbonden per datum van de indiening van het verzoek tot echtscheiding. U treft deze datum later aan in de echtscheidingsbeschikking. De ontbinding geldt direct tussen u beiden, maar heeft pas derdenwerking als de scheiding is ingeschreven (dus na de beschikking) of indien de indiening van het verzoekschrift is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister. Daar rekent de rechtbank Amsterdam extra kosten voor. Het bedrag is nog niet duidelijk, maar wij hebben een indicatie van 160 euro gekregen van de rechtbank. Als de scheiding niet doorgaat, herleven alle gevolgen van de gemeenschap alsof er geen verzoek was ingediend.

 

Indien men in Nederland wenst te scheiden is het enkele feit dat een van de partners de scheiding wenst voor de rechter voldoende. Er hoeft dus niets te worden aangetoond. Juridisch zegt men dat sprake is van een duurzame ontwrichting van het huwelijk. De wet kent dan ook alleen duurzame ontwrichting als reden voor een echtscheiding.

 

Zodra sprake is van duurzame ontwrichting kan op gezamenlijk verzoek dan wel op verzoek van een van beide partners een verzoekschrift worden ingediend bij de rechtbank waarbij verzocht wordt de echtscheiding uit te spreken.

Een variant die minder vaak voorkomt is de procedure van “scheiding van tafel en bed”. Bij een scheiding van tafel en bed blijft het huwelijk in stand maar financieel gaat men uit elkaar. Deze vorm van scheiden kan een oplossing zijn als u om levensbeschouwelijke of financiële redenen niet wilt scheiden, maar samenwonen niet meer gaat. De procedure verloopt nagenoeg hetzelfde als de gewone echtscheiding.

 

Advocaat

 

Voor een echtscheiding is de inschakeling van een advocaat nog steeds verplicht. De advocaat stelt alle stukken op en zal het gehele traject bij de rechtbank voor u afhandelen. Als er een zitting moet komen zal uw advocaat u daarbij vertegenwoordigen.

 

Bij een scheiding is het van groot belang dat getracht wordt in goed overleg tot afspraken te komen over de wijze van scheiden. Vooral als er kinderen in het spel zijn is het van groot belang voor de toekomst om tot overeenstemming te komen. Als u tegenover elkaar blijft staan dan brengt dat veel emotionele problemen met zich mee en daar bent uzelf uiteraard de dupe van, maar vaak ook de kinderen.

 

Overigens kan het scheidingsproces altijd worden stop gezet tot het moment dat de rechtbank een uitspraak heeft gedaan en de scheiding definitief is ingeschreven in het huwelijksregister. Ook is het mogelijk de rechtbank te verzoeken de zaak aan te houden voor bepaalde of onbepaalde tijd of het verzoek definitief in te trekken.

 

Wij raden altijd aan te trachten in goed overleg tot overeenstemming te komen en een echtscheidingsverzoek op gezamenlijk verzoek in te dienen. Dat is sneller, goedkoper en minder emotioneel. Zo zal een mondelinge behandeling praktisch nooit plaats vinden bij het indienen van een gezamenlijk verzoek. Wanneer er echter alsnog ruzie ontstaat dan moet de advocaat zich terug trekken en partijen aanraden ieder een eigen advocaat op een ander kantoor te zoeken.

 

De Procedure

 

Als de echtelieden het samen eens worden over de gevolgen van de scheiding dan kan het proces beginnen via een door de advocaat opgesteld gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding. Aan dit verzoek aan de rechtbank kan een echtscheidingsconvenant worden gehecht. Een echtscheidingsconvenant, dat door uzelf of door een advocaat wordt opgesteld, is een lijst van afspraken of een overeenkomst waaruit blijkt dat de echtelieden het volledig met elkaar eens zijn over de echtscheiding en de gevolgen daarvan. Aan de Rechtbank wordt gevraagd het convenant te hechten aan de beslissing waarbij de echtscheiding wordt uitgesproken. Er komt dan een echtscheidingsbeschikking met daaraan gehecht het convenant. Deze procedure op gezamenlijk verzoek duurt bij de rechtbank Amsterdam duurt nu standaard 2 weken.

 

Als de echtelieden het niet eens worden over alle afspraken dan zal er in de meeste gevallen voor moeten worden gekozen dat ieder een eigen advocaat in de arm neemt. Een van de twee advocaten dient dan een verzoekschrift bij de rechtbank in en dit verzoek moet ook door de deurwaarder aan de ander worden uitgereikt. De advocaat van de ander heeft dan 6 weken de tijd om op het verzoek te antwoorden.

 

Wanneer dit antwoord (het verweerschrift) bij de Rechtbank is ontvangen, wordt meestal zitting vastgesteld waarbij de zaak mondeling wordt behandeld. Bericht hierover wordt aan de advocaat gezonden. Afhankelijk van de standpunten kan deze procedure 3 maanden of langer duren. Wel is het zo dat de Rechtbank vaak twee weken na de mondelinge behandeling de echtscheiding uitspreekt. Van die beslissing van de rechtbank kan beroep worden ingesteld binnen twee maanden na afgifte van de echtscheidingsbeschikking.

 

VOORLOPIGE VOORZIENINGEN

 

Een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding is een snelle procedure die maar 2 tot 4 weken hoeft te duren. Maar als de scheiding op eenzijdig verzoek wordt opgestart en er dus sprake is van strijd, zal de procedure vaak veel langer duren. Toch zijn er soms zaken die geregeld moeten worden en waarvoor een snellere uitspraak van de Rechtbank nodig is. Uw advocaat kan dan een voorlopige beslissing vragen aan de Rechtbank. Er kan een voorlopige beslissing worden gevraagd over bijvoorbeeld de alimentatie, de zorg van de kinderen of de toewijzing van het woonrecht van een huis. De beslissing die wordt gevraagd aan de Rechtbank noemt men een “Voorlopige Voorziening” en deze beslissing geldt in ieder geval voor de duur van de procedure. Tegen deze beslissing kan geen beroep worden ingesteld, maar er kan wel tussendoor wijziging worden gevraagd.

 

HET GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

 

Sinds 2001 hebben alle partners (zowel heteroseksuelen en homoseksuelen/lesbiennes) de optie om in plaats van te trouwen, te kiezen voor het geregistreerd partnerschap. Het registreren van het geregistreerd partnerschap gebeurt bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het geregistreerd partnerschap is in veel gevallen gelijkgesteld met het huwelijk. Zo is er ook automatisch sprake van een gemeenschap van goederen (partnergemeenschap), tenzij men dit heeft uitgesloten in geregistreerde partnerschapsvoorwaarden. Ook de Wet Verevening Pensioenrechten is bij scheiding van toepassing.

 

Het geregistreerd partnerschap komt tot een einde door inschrijving van een verklaring omtrent beëindiging in de registers van de burgerlijke stand. Er zal dan een verklaring van een advocaat of een notaris moeten worden overlegd waaruit blijkt dat er een schriftelijke overeenkomst omtrent de beëindiging en de gevolgen daarvan is opgemaakt. In de overeenkomst kunnen afspraken worden gemaakt over de alimentatie, de woning, de verdeling van het pensioen et cetera. Die overeenkomst mag niet ouder zijn dan drie maanden. Ook is de beëindiging mogelijk door inschrijving van een rechterlijke uitspraak na een procedure die op dezelfde wijze verloopt als de echtscheidingsprocedure.

 

GEZAG, INFORMATIE EN CONSULTATIE

 

Uitgangspunt is dat bij een echtscheiding met kinderen het ouderlijke gezag blijft doorlopen na de scheiding. Als het gezag moet worden gewijzigd en op naam van een van de ouders moet komen, dan moet dat via een verzoek aan de Rechtbank. De Rechtbank stelt bij de beoordeling van dat verzoek het belang van het kind voorop. Er moet een zeer goede reden aan de Rechtbank worden opgegeven waarom het gezag alleen op naam van de vader of alleen op naam van de moeder moet komen. Een goede reden kan zijn een verhuizing naar het buitenland of bijvoorbeeld en ernstige medische reden (waaronder verslaving).

 

Er bestaat altijd een informatieplicht en consultatieplicht over de zaken betreffende de kinderen die belangrijk zijn, ook als het gezag slechts bij een van beide ouders komt te liggen. Denk aan de keuze voor een school of operatie.

 

NEVENVOORZIENINGEN

 

De Rechtbank zal de echtscheiding uitspreken maar kan op verzoek ook andere beslissingen nemen. Dat noemt men de nevenvoorzieningen. Die nevenvoorzieningen kunnen worden gevraagd voor alimentatie (levensonderhoud), ouderlijke gezag, het woonrecht of huurrecht, de omgangsregeling met de kinderen en de boedelverdeling.

 

Wanneer men getrouwd is in gemeenschap van goederen dient alles gelijk te worden verdeeld. Alle zaken van waarden, positief en negatief. Dus ook de schulden opgebouwd voor en tijdens het huwelijk ongeacht wie de schuld heeft veroorzaakt.

 

Wij adviseren altijd om alle gevolgen van de scheiding samen zoveel mogelijk concreet af te spreken en op papier vast te leggen. Lukt dat niet dan zal de Rechtbank moeten worden gevraagd een beslissing te nemen.

 

Bij een woning zal de Rechtbank de woning vaak toewijzen aan de ouder bij wie de kinderen blijven. Als dat een huurwoning is zal de Rechtbank bepalen dat het huurrecht aan de man of de vrouw toekomt. De verhuurder moet deze uitspraak accepteren en mag degene die het huurrecht heeft toegewezen gekregen niet de woning uitzetten.
Als het een koopwoning betreft kan de Rechtbank in zijn beschikking bepalen dat één der partijen in ieder geval nog 6 maanden na de ontbinding van het huwelijk in de woning mag blijven wonen (met het gebruik van de zaken die behoren bij deze woning). Wel moet dan gedacht worden aan het betalen van een gebruiksvergoeding aan de ander.

 

Overigens maken wij u er op attent dat indien de echtelijke koopwoning aan een van beide partners wordt toebedeeld, de overdracht daarvan plaats dient te vinden bij de notaris. De advocaat heeft geen bemoeienis ten aanzien van die overdracht. De notaris maakt alsdan een akte van verdeling op. U kunt bij diverse notarissen een kostenopgave vragen aangezien de kosten nogal variëren.

 

Ten aanzien van de huurwoning is het altijd verstandig te informeren bij de gemeente wat de regels voor een urgentie zijn. Er bestaan gemeenten die in hun voorwaarden de eis hebben staan dat strijd moet zijn geleverd om de woning en soms zelfs dat de woning is opgeëist bij de rechtbank om voor een urgentie in aanmerking te komen.
Indien er kinderen in het spel zijn is het uiteraard heel erg belangrijk dat erg voorzichtig met de belangen van de kinderen wordt omgesprongen. Een kind vraagt niet om een scheiding en vraagt er zeker niet om een keuze te maken. Ook al is het uitgangspunt dat ouders gezamenlijk belast blijven met het ouderlijk gezag en soms ook gezamenlijk zorgen voor de opvoeding, in de praktijk zullen de kinderen toch vaak bij één ouder wonen die de meeste beslissingen neemt. Als de ouders niet samen tot beslissingen kunnen komen, zal aan de Rechtbank om een oordeel moeten worden gevraagd. De Rechtbank kan daarbij advies vragen van de Raad voor de Kinderbescherming die alsdan een onderzoek zal doen. De Raad zal op bezoek komen en met alle betrokkenen spreken om uiteindelijk de Rechtbank te kunnen adviseren wat het meest in het belang van het kind is. Kinderen van 12 jaar en ouder worden door de Rechtbank opgeroepen om hun mening te geven. Bij gezamenlijke verzoeken kunnen kinderen een “kindverklaring” invullen en is de komst naar de Rechtbank niet nodig.
Ook de omgangsregeling kan men het beste samen overeen komen tenzij de kinderen al oud genoeg zijn zodat de omgang spontaan kan plaatsvinden. Als het niet samen lukt zal de Rechtbank tot een omgangsregeling komen en vaak komen tot (minimaal) één weekend per 14 dagen en de helft van de feestdagen en schoolvakanties. Vaker vindt tegenwoordig een 50-50 verdeling van de tijd plaats. De beslissing van de Rechtbank hangt uiteraard af van alle factoren.
Niet alleen tijdens een huwelijk maar ook een echtscheiding zijn (ex)echtelieden verplicht elkaar en de kinderen te onderhouden. Als een bedrag aan alimentatie niet in overleg kan worden vastgesteld kan aan de Rechtbank worden verzocht alimentatie voor de behoeftige partner en de kinderen vast te stellen.

 

Hoe lang u partneralimentatie betaalt, hangt af van het jaar waarin u de afspraak maakte. Of wanneer de rechter de partneralimentatie vaststelde. Sinds 1 januari 2020 gelden nieuwe regels.

Afspraken alimentatie sinds 1 januari 2020

De partneralimentatie bedraagt maximaal 5 jaar. Of korter, als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minder dan 10 jaar duurde. Dan ontvangt uw ex-partner alimentatie voor de helft van de tijd dat het huwelijk of partnerschap duurde. Was u bijvoorbeeld 8 jaar getrouwd, dan betaalt u uw ex-partner 4 jaar partneralimentatie.

Partneralimentatie langer dan 5 jaar

Er zijn 3 uitzonderingen op de nieuwe regels:

  • U heeft samen kinderen. De partneralimentatie stopt pas als het jongste kind 12 jaar is geworden.
  • Het huwelijk of het geregistreerd partnerschap duurde langer dan 15 jaar. En de ex-partner die alimentatie ontvangt krijgt binnen 10 jaar AOW. Dan stopt de partneralimentatie als de AOW start.
  • Het huwelijk of het geregistreerd partnerschap duurde langer dan 15 jaar. En de ex-partner die alimentatie ontvangt is geboren op of voor 1 januari 1970 en krijgt over meer dan 10 jaar AOW. Dan duurt de alimentatie 10 jaar.

Bij samenloop van de hierboven genoemde omstandigheden, geldt de langste termijn.

Afspraken alimentatie van 1 juli 1994 tot 1 januari 2020

  • U heeft samen kinderen
    Partneralimentatie duurt maximaal 12 jaar.
  • U heeft samen geen kinderen, huwelijk duurde langer dan 5 jaar
    Partneralimentatie duurt maximaal 12 jaar.
  • U heeft samen geen kinderen, huwelijk duurde korter dan 5 jaar
    Partneralimentatie duurt net zolang als het huwelijk duurde.

Afspraken alimentatie voor 1 juli 1994

Hoe lang de partneralimentatie duurt, hangt af van wat u met uw ex-partner heeft afgesproken. Of wat de rechter heeft bepaald. Als u niets heeft afgesproken of vastgesteld, dan geldt er geen termijn. Wel kunt u in sommige gevallen aan de rechter vragen de alimentatie te beëindigen.

Verlenging partneralimentatie

Komt uw partner in financiële problemen als de alimentatie stopt? Dan kan uw partner de rechter vragen de periode te verlengen. U kunt ook samen een kortere of langere periode afspreken. Dit moet u echtscheidingsconvenant.

Stoppen partneralimentatie als situatie ex-partner verandert

De alimentatie stopt als de partner die de alimentatie ontvangt:

  • zelf weer genoeg inkomsten heeft om van te leven;
  • met een ander trouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen;
  • overlijdt.

 

 

De hoogte van de alimentatie is afhankelijk van de draagkracht van de alimentatieplichtige en de behoefte van de alimentatiegerechtigde.

 

De vastgestelde alimentatiebedragen indexeren van rechtswege met een bepaald percentage op 1 januari van het jaar daarop, tenzij de Rechtbank de indexering heeft uitgesloten.

De actuele percentages kunt u online vinden via www.rijksoverheid.nl.

 

BIJSTANDSVERHAAL

 

Als door partijen wordt afgezien van alimentatie staat dat los van de mogelijkheid van bijstandsverhaal door gemeenten.
Als ten onrechte bijstand wordt verstrekt, bijvoorbeeld omdat de alimentatieplichtige geen of te weinig (kinder)alimentatie betaalt, zijn gemeenten wettelijk verplicht om het teveel uitgekeerde bedrag aan bijstand terug te eisen van degene die te weinig of niets betaalt. Natuurlijk kan de alimentatieplichtige dan de gemeente trachten te overtuigen dat geen alimentatie verschuldigd is of dat deze de alimentatie niet kan betalen.

 

Maar wat voor afspraken er ook zijn gemaakt, ook al is er een zogenaamd nihilbeding overeengekomen waarbij afstand is gedaan van het recht op alimentatie, de gemeente zal altijd zelf bekijken of de draagkracht van de ex ruimte biedt om aan de gemeente rechtstreeks te betalen.

 

BOEDELVERDELING

 

Bij een huwelijk in Nederland geldt sinds 1 januari 2018 automatisch een beperkte gemeenschap van goederen. Partijen trouwen dus niet meer automatisch in algehele gemeenschap van goederen als daarvoor. Een algehele gemeenschap van goederen kan nog wel bij de notaris vastgelegd worden d.m.v. huwelijkse voorwaarden. De Wet Beperkte gemeenschap van goederen houdt in dat alle bezittingen en schulden die voor het huwelijk zijn ook van partijen zelf blijven. Bezittingen en schulden die partijen na het trouwen krijgen worden wel van partijen samen.

 

Van deze regel kan worden afgeweken door voor of tijdens het huwelijk bij de notaris huwelijkse voorwaarden op te laten stellen. Het hangt van die huwelijkse voorwaarden af in hoeverre er daarna toch nog sprake is van een gemeenschappelijk vermogen. Slechts enkele zaken kunnen zozeer aan een van de partners verbonden zijn dat ze niet in de gemeenschap vallen. Dat noemt men “verknochte” zaken. Dat kan soms ook gelden voor bepaalde schadevergoedingen die tot uitkeer zijn gekomen (als bijvoorbeeld een gedeelte betrekking heeft op compensatie van inkomensschade na het huwelijk). In testamenten kan bovendien worden bepaald dat een nalatenschap niet in een boedelgemeenschap valt.

 

Maar in beginsel heeft iedere partner bij een scheiding recht op de helft van de boedel. Als de boedel niet gelijk verdeeld kan worden kan dit worden gecompenseerd door de betaling van een bepaald bedrag vanwege “overbedeling” waardoor de verdeling weer gelijk wordt.

 

Ten aanzien van schulden is iedere partner aansprakelijk voor de schuld. Ieder is voor de helft van zijn vermogen draagplichtig.

 

Als de verdeling niet in overleg lukt moet aan de Rechtbank worden gevraagd om tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap over te gaan. De Rechtbank zal dan een “boedelnotaris” benoemen voor het geval de ex-echtelieden er na aanwijzingen van de Rechtbank nog steeds niet met behulp van hun advocaten uitkomen.

 

PENSIOENVERDELING

 

Bij een echtscheiding heeft iedere partner in principe recht op de verdeling van het tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen.
Op grond van de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding heeft degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd een rechtstreekse vordering op de pensioenuitvoerder van de ex-echtgenoot ter grootte van de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Er kan worden afgezien van de verdeling volgens de wet bij huwelijkse voorwaarden of bij convenant. Als het pensioen wordt verdeeld moet men binnen twee jaren na de scheiding het formulier “Mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen” zenden naar de pensioenuitvoerder om het recht op rechtstreekse uitbetaling door de pensioenuitvoerder te laten ontstaan.

 

De definitieve echtscheiding

 

Wanneer de rechtbank de echtscheidingsbeschikking afgeeft is de scheiding weliswaar uitgesproken maar nog niet definitief. De beschikking moet nog worden ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand van de gemeente waar men is getrouwd.
Met deze inschrijving komt de officiële ontbinding van het huwelijk tot stand. De echtscheiding is dus een feit op het moment dat de inschrijving plaats vindt.

 

Als beide partijen het eens zijn met de beschikking dan hoeft de beroepstermijn van 3 maanden niet te worden afgewacht. Uw advocaat kan u dan een zogenaamde akte van berusting laten ondertekenen waarin wordt aangegeven dat geen beroep wordt ingesteld. De advocaat kan de beschikking dan direct naar de gemeente zenden ten behoeve van de definitieve scheiding. De meeste gemeenten zenden binnen een week een bevestiging, sommige grote gemeenten doen er wat langer over.

 

De kosten van rechtsbijstand

 

Natuurlijk kan een advocaat niet gratis werken. De tarieven van advocaten zijn vaak behoorlijk. Afhankelijk van de hoogte van uw inkomen en eventueel vermogen komt u eventueel in aanmerking voor door de overheid gesubsidieerde rechtshulp. Op de Rechtsbijstand pagina kunt u kijken of u wellicht in aanmerking komt voor gefinancierde rechtshulp in welke geval u slechts een eigen bijdrage en een gedeelte van het griffierecht verschuldigd bent. Indien u in de laagste inkomenscategorie valt is een scheiding op gezamenlijk verzoek via ons kantoor al mogelijk vanaf € 166,50 per persoon (€ 129,- eigen bijdrage en € 37,50 griffierecht) en € 333,- per paar (twee maal de eigen bijdrage van € 129,- en twee maal het verminderd griffierecht van € 37,50). Hoeveel eigen bijdrage u dient te voldoen ligt aan hoeveel uw verzamelinkomen en vermogen twee jaar geleden bedroeg. Bij een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding worden bij een aanvraag de inkomens van beide partners opgeteld.
De werkzaamheden zullen pas een aanvang nemen na ontvangst van de betaling van € 675,- vooraf. De wetgever heeft het systeem van gefinancierde rechtsbijstand zo gewijzigd dat ná de scheiding wordt bekeken of de bijstand achteraf wel terecht is.
De toevoeging moet vooraf worden aangevraagd en na afronding van de scheiding wordt deze aan de Raad voor Rechtsbijstand gezonden. Indien de toevoeging niet wordt ingetrokken wordt het teveel betaalde uiteraard direct aan u terugbetaald.
Een aanvraag voor gefinancierde rechtsbijstand wordt door uw advocaat ingediend door middel van een verzoek vergezeld van een kopie van uw identiteitsbewijs en de vermelding van uw sofinummer en persoonsgegevens. Download hier het aanvraagformulier Rechtsbijstand voor een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding . U kunt het formulier op uw computer invullen en aanpassen. Indien beide partners in aanmerking komen voor Rechtsbijstand dienen twee formulieren te worden ingevuld, uitgeprint en aan ons kantoor te worden toegezonden (samen met een kopie van uw identiteitsbewijs).
Als uw inkomen in het huidige jaar meer dan 15% is gedaald, kunt u peiljaarverlegging aanvragen. Dit formulier kan pas worden gebruikt nadat de aanvraag is ingediend en de Raad voor Rechtsbijstand een beslissing heeft genomen. Indien u al weet dat u in aanmerking komt voor gefinancierde rechtsbijstand én de peiljaarverlegging wenst doet u er verstandig aan de aanvraag voor peiljaarverlegging reeds in te vullen en toe te zenden.

 

Gedragscode voor advocaten in het personen- en familierecht

 

Teurlings advocatenkantoor voldoet aan de gedragscode voor advocaten in het personen- en familierecht.

 

De advocaat overtuigt zijn cliënt van de noodzaak van een constructieve en oplossingsgerichte benadering – al dan niet door mediation – en legt in zijn opdrachtbevestiging vast dat hij steeds van die benadering uitgaat.
Hij werkt toe naar een nieuw en voor alle betrokkenen houdbaar evenwicht. Hij ontmoedigt een opvatting waarbij een familiezaak wordt beschouwd als een die gewonnen of verloren kan worden.
De advocaat laat het doen van een scheidingsmededeling aan zijn cliënt over. Hij stimuleert de cliënt om op volwassen wijze te blijven communiceren en het conflict beheersbaar te houden. De advocaat stimuleert dat partijen zaken die aan henzelf over kunnen worden gelaten zelf behartigen en dat zij gebruik maken van daarvoor geëigende voorzieningen.
De advocaat maakt duidelijk dat de belangen en rechten van kinderen in het licht van verantwoordelijk ouderschap – uitstijgend boven het conflict over beëindiging van de relatie – worden behandeld. Financiële belangen worden niet vermengd met andere belangen en rechten van kinderen, waaronder met name het recht op omgang.
De advocaat hanteert een professionele distantie, maar deëscaleert waar dat nodig is. Hij onderkent de gebruikelijke emoties, maar wakkert ze niet aan. In correspondentie vermijdt hij taalgebruik dat de wederpartij of zijn advocaat diskwalificeert of als onnodig grievend ervaren kan worden.
De advocaat gebruikt al zijn vaardigheden om conflicten terug te brengen tot hun (juridische) kern en werkt doelgericht naar praktische oplossingen. Hij spreekt andere betrokkenen in de procedure daarop aan.
De advocaat zorgt dat financiële en emotionele kosten zoveel mogelijk beperkt blijven, aan beide zijden.
De advocaat met deze specialisatie onderhoudt, aantoonbaar, zijn kennis en vaardigheden.

Ga naar de inhoud